Het schrijven van een tekst omtrent het werk van Luc Vandervelde Lux (LVL) is geen sinecure. Atelierbezoeken volgen elkaar op en stimuleren steeds een ander gesprek. We alludeerden regelmatig over de mogelijkheid van een tekst, maar het bleek nooit een goed moment. Misschien was het wachten op een geschikter moment. Misschien was het het uitstellen van “het” moment. Misschien is het moment nooit te vatten. Misschien wel even op dit moment.
Enkele jaren geleden werd ik met zijn figuratieve realistische schilderijen geconfronteerd. De neo-symbolistische schilderijen waren reeds doordrongen van een specifieke donkere gelaagdheid. Een soort van mentale vervuiling die reeds afstand wou nemen van het referentieel figuratieve. Ze leken op fragiele beeldende dagboekvertalingen. Als een soort verslag van visuele sporen, restanten van opgedane impressies. Als ik me goed herinner waren er op dat moment reeds collages en abstracte overschilderingen aan het sluimeren in zijn werk. Voorbodes van een afscheid en omwenteling in het creatieproces.
Enkele maanden erna ontmoette ik hem in een ander atelier, terug van een andere reis, met markante verandering in het werk, op andere formaten. Alsof de overgang van de ene werkcontext naar de andere vruchtbare grond werd voor het doorbreken van de eigen artistieke codes. De werken waren geëvolueerd tot duistere doeken op grote formaten met vervaagde figuratieve taferelen, overschreven met eigen en gevonden tekstmateriaal. Een soort van nieuw alfabetisch tekensysteem die de aandacht verschoof van het herkenbare figuratieve beeld naar een dwingendere duiding van de opbouw en de compositie van het kunstwerk. Een nieuwe geschreven gelaagdheid die het kijken mentaal verstoorde en de abstrahering inluidde als een raster van zinsneden in confrontatie met de zingeving van zijn figuratieve vormtaal. Er ontstonden ook zwarte monochrome ondergronden met een ruimtelijke compositie van onleesbare tekstfragmenten. De textuur van het beeld treed naar de voorgrond, de vormtaal zocht minder houvast aan het herkenbare beeld om een vernieuwende aandacht te schenken aan de materie. Hey Luc, tot een volgende keer…
In een ander atelier, terug van een andere buitenlandse residentie, met verandering in het werk. Het lijkt wel een fundamenteel onderdeel van een werkproces te worden. Het aangaan van een avontuur, een reis, als het durven loslaten van gewoontepatronen om veranderingsprocessen toe te laten. De kunstwerken vertonen deze keer een opeenstapeling van met tape geformuleerde imaginaire cartografieën, bewerkt, beschilderd, bespoten, beklad en beplakt. Een gekleefd architecturaal lijnenspel van overlappende rasterstructuren. Een artistiek web gesponnen van gekleefde ruimtelijke referentiepunten. Kruispunten van tijdelijke snijlijnen, die na hun bewezen diensten chirurgisch worden verwijderd. Het letterlijk met een scalpeermes wegnemen van de aanwezige momentane textuur als restanten van een opgestapelde artistieke huid. Een nieuwe geometrische werkelijkheid wordt gegenereerd. Een abstract speeltuig van ontrafelde of ontwarde aanwezigheid, verbeelden een gelaagde abstractie. Het beeldend geheugen van het doek wordt blootgelegd. Een archeologie van de eigen intuïtief aangebrachte materie. Het kijken weerspiegeld een visueel terugreizen in de tijd. De eigenheid van de materie zelf, de kleefband, wordt de tegenovergestelde doelstelling toebedeeld. De verweven onderlaag, de verstrengelde grondlagen worden in hun compositie zichtbaar en in de kleurnuances tastbaar. Als een toeschouwer op een tentoonstelling van LVL verlaat de gekleefde materie het doek om haar tijdelijk gebruik te enten als een virale architecturale interventie op de wanden en het plafond van de expositieruimte. Hey Luc, tot later…
Hetzelfde atelier, terug van weggeweest, deze keer China, met verassend ander werk. De tape-rollen hebben stofsporen en liggen onaangeroerd op het materiaalrek te wachten en zijn ingeruild voor bashen, plastiekzakken, dekens, stoffen en karton. Letterlijk wordt het readymade-materiaal van de buitenwereld geframed, opgelijst en onder spanning gebracht. De toeschouwer verliest het noorden, voor en achterkant van het kunstwerk zijn haast niet meer te onderscheiden en krijgen hetzelfde statuut van geconstrueerde architectonische ruimte. Stilaan verlaten ze rede om aan de muur gekluisterd te zijn en begeven de vormstructuren zich in de ruimte. Sculpturaliteit ontstaat vanuit de materialiteit als een vanzelfsprekende evolutie in de realisatie van zijn oeuvre in de tijd. Bamboe-constructies worden verscheept van zijn residentieplaats, voor zijn tentoonstelling aldaar letterlijk gebruikt als tentoonstellingsstellingen. Zijn vroegere opleiding als binnenhuisarchitect krijgt weer de kans om onderdeel te worden van zijn creatieproces, maar of LVL zich in de toekomst zal beperken tot binnenruimtes blijft nog maar de vraag. Een nieuwe reis, een ander atelier of een volgend moment zal daar voor de toeschouwer waarschijnlijk helderheid in brengen. Hey Luc, tot later…
Sven Vanderstichelen